dinsdag 24 mei 2011

Bevrijding van het Libische volk

EDITORIAAL

Wat nu aan het gebeuren is in landen zoals Libië, Bahrein, Tunesië en Egypte is meer dan revolutie. Het is de wil van hele naties om te emanciperen na decennia onder dictaturen waarin het concept van democratie genegeerd wordt. Sommigen zeggen dat dit soort verandering moet gebeuren zonder storing. Maar kan de rest van de wereld zijn ogen dichtdoen en bijvoorbeeld de gewelddadige handelingen van het Libische leger negeren?

Het is geen geheim dat Kadhafi het bloed van zijn eigen volk zal vergieten om zijn positie als staatshoofd te behouden. Is een buitenlandse interventie dus aanvaardbaar in dit geval? Volgens de Verenigde Naties wel. Om een bloedbad van Libische burgers te vermijden heeft de VN een resolutie goedgekeurd. “Door alle middelen die nodig zijn.” Sindsdien bombardeert NAVO Libië af en toe.

Terwijl de leiders van NAVO zeggen dat zo’n actie goed gepland moet worden en het leven van burgers in gevaar kan brengen, zijn de rebellen niet blij met de kleine opkomst van de internationale troepen. En dan komen grote discussies in het Westen over de noodzaak van buitenlandse interventie, over hoe Libië een tweede Irak kan worden.

In het begin van de discussies kreeg VS-president Barack Obama ondersteuning van de Republikeinse partij om een militaire actie in Libië te plannen. Nu is de Amerikaanse luchtmacht al aanwezig in Libië en toch krijgt de overheid kritiek van de oppositie. Waarschijnlijk hebben ze de liberale president onderschat.

Libië is geen kwestie van partijen, olie of massavernietigingswapens. Als de rebellen hulp nodig hebben om een nobel doel te bereiken – om hun eigen volk te beschermen tegen en gewetenloze dictator – is een NAVO interventie begrijpelijk. Wat ze moeten vermijden is een tweede 9/11 helpen oorzaken door toekomstige Al-Qaeda’s te financieren en bewapenen.

Natuurlijk wil niemand nog meer chaos oorzaken in een land waar de burgers in gevaar worden gebracht door hun mening te uiten. Daarom is het ook begrijpelijk dat de westerse troepen voorzichtig willen blijven. Er is nog hoop voor de democratie.